Zondag 21 oktober, Amsterdam, TCSamsterdammarathon.
Ik kijk om me heen om een glimp op te vangen van het startpunt. Honderden energieke hardlopers lopen heen en weer in de poging enige rek- en strek oefeningen te doen en de opkomende zenuwen in toom te houden. Ik zie een groot bord met de letters ‘start’ en loop er naartoe. ‘Loop. Niet joggend of rennend. Dat ga ik zo dadelijk doen , 8 kilometer lang in een zo goed mogelijke tijd’. Dat streven hou ik me voor en blijft door mijn gedachten spoken. Ik loop vrijwel 3 keer in de week een vast rondje van 6 of 10 kilometer, maar een wedstrijd geeft me altijd de gezonde zenuwen. De menigte van energieke mensen die zenuwachtig staan te springen in een poging enigszins warm te blijven, geeft me het ultieme marathon- en wedstrijd gevoel. Het startschot klinkt en de menigte komt op gang. Honderden piepjes klinken, om de tijd van alle lopers zo nauwkeurig mogelijk bij te houden. Het begin is lastig, vanwege te weinig ruimte en teveel mensen. Na enkele honderden meters betreden we het Vondelpark. Hier zijn de paden breed en is elke loper redelijk op gang waardoor er meer afstand ontstaat. “ten point five minutes, two point 8 kilometers” hoor ik een vrouwelijke stem uit een voor mij nog onbekend apparaat komen. Dit blijken mini-gps-computers te zijn die de lopers bij zich dragen om de tijd en afstand bij te houden. Mij te technisch. Ik loop op gevoel en zie later wat mijn tijd is. Ik ga mezelf niet opjutten om harder te lopen. “loop je eigen tempo Anne, anders kom je jezelf tegen bij de finish”
Deze gedachte passeert mij regelmatig tijdens een wedstrijd en laat mij realiseren dat ik niet te hard van stapel moet lopen (letterlijk en figuurlijk).
Ik kijk om me heen om een glimp op te vangen van het startpunt. Honderden energieke hardlopers lopen heen en weer in de poging enige rek- en strek oefeningen te doen en de opkomende zenuwen in toom te houden. Ik zie een groot bord met de letters ‘start’ en loop er naartoe. ‘Loop. Niet joggend of rennend. Dat ga ik zo dadelijk doen , 8 kilometer lang in een zo goed mogelijke tijd’. Dat streven hou ik me voor en blijft door mijn gedachten spoken. Ik loop vrijwel 3 keer in de week een vast rondje van 6 of 10 kilometer, maar een wedstrijd geeft me altijd de gezonde zenuwen. De menigte van energieke mensen die zenuwachtig staan te springen in een poging enigszins warm te blijven, geeft me het ultieme marathon- en wedstrijd gevoel. Het startschot klinkt en de menigte komt op gang. Honderden piepjes klinken, om de tijd van alle lopers zo nauwkeurig mogelijk bij te houden. Het begin is lastig, vanwege te weinig ruimte en teveel mensen. Na enkele honderden meters betreden we het Vondelpark. Hier zijn de paden breed en is elke loper redelijk op gang waardoor er meer afstand ontstaat. “ten point five minutes, two point 8 kilometers” hoor ik een vrouwelijke stem uit een voor mij nog onbekend apparaat komen. Dit blijken mini-gps-computers te zijn die de lopers bij zich dragen om de tijd en afstand bij te houden. Mij te technisch. Ik loop op gevoel en zie later wat mijn tijd is. Ik ga mezelf niet opjutten om harder te lopen. “loop je eigen tempo Anne, anders kom je jezelf tegen bij de finish”
Deze gedachte passeert mij regelmatig tijdens een wedstrijd en laat mij realiseren dat ik niet te hard van stapel moet lopen (letterlijk en figuurlijk).
Verstandig, blijkt later. Na een prachtige route door
Oud-Zuid gelopen te hebben en nog 1 kilometer te gaan, zie ik verschillende
mensen uitgeput vaart verminderen en een snelle looppas aannemen in de hoop
toch nog een goede tijd neer te zetten.
Ik passeer de finish 44 minuten na de start. Blij met het
resultaat en nog redelijk fit wacht ik op mijn vader die eerder die ochtend is
gestart om de hele marathon te lopen.
Een half uur na mijn finish zie ik de eerste loper van de
marathon in het Olympisch stadion binnenkomen Uiteraard een goed getrainde Keniaan.
Iets later en zo trots als een pauw verwelkom ik mijn vader
met een geweldige tijd van 3 uur en 19 minuten.
Hij verteld me later de zo omstreden levensstijl van
fulltime marathon lopers. Zij leven voor het lopen. Geen sociale bezigheden,
uitschieters in voedsel of alcohol. Lopen is hun passie en brood. Deze absurde
maar vooral heftige levensstijl doet me steeds verbazen. Hardlopen is zeker
ontspannend, gezond en enigszins verslavend. Laat het geen obsessie worden, er
zijn zoveel mooie dingen in het leven waar we ook van moeten genieten!;)